Marjan Minnesma, oprichter en directeur van stichting Urgenda:
“Bouw en vastgoed gaan veel te langzaam, we hebben nog maar tien jaar”
Marjan Minnesma is oprichter en directeur van stichting Urgenda, een organisatie die zich inzet voor een versnelling van duurzaamheid. Ze vindt dat de vastgoed- en bouwmarkt meer moet doen om energieneutraal en zelfs energiepositief te worden. “Afkortingen en leuzen zijn aardig, maar alleen met concrete acties komen we er in tien jaar.”
Waar kunnen we u van kennen, klinkt bijna als een vreemde vraag…
“Ja, de meeste mensen hebben wel eens gehoord van de klimaatzaak die wij tot drie keer toe hebben gewonnen van de overheid. De eerste keer was op 24 juni 2015. De rechter droeg de Staat op om de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Dat was een mooi moment, maar door die zaak hebben Nederlanders wel een wat eenzijdig beeld van Urgenda. We zijn niet alleen activisten, maar vooral ook innovators en doeners. Zo helpen we huizen energieneutraal te maken, hebben we anderhalf miljoen bomen geplant en helpen we boeren aan goedkoop kruidenrijk graszaad zodat zij de biodiversiteit verbeteren. Eigenlijk was die klimaatzaak een vreemde eend in de bijt in onze werkzaamheden. Ik ben oprichter en directeur van Urgenda. We zijn eigenlijk een ondernemende NGO. Dat wil niet zeggen dat er aan de activistische kant niets moet gebeuren. Integendeel. Ik ben blij met de acties van onze collega’s van Extinction Rebellion omdat we druk moeten houden op het huidige systeem om te veranderen. Maar dat is een andere tak van sport, om het zo te zeggen.”
Waar zit de verandering in?
“Veel bedrijven, ook in de bouw- en vastgoedmarkt, houden voor hun net zero-ambitie vast aan 2050. Dat is veel te laat. We moeten binnen tien jaar energieneutraal zijn. De vastgoed- annex bouwmarkt en de gehele gebouwde omgeving is de grootste vervuiler na de industrie. Dat komt door het veelvuldig gebruik van beton, cement en staal. We hebben geen tijd voor langzame verandering. We moeten sneller gaan. Nieuwe gebouwen moeten we bouwen met onder meer hout, hennep, olifantengras en stro. Met houtbouw kun je in ieder geval tot twintig verdiepingen bouwen. Dat de overheid voor kantoren naar energielabel C is gegaan, klinkt mooi, maar dat is weer zo’n tussenstapje. Het moet sneller. Naar label A, maar liever nog naar gebouwen die van het gas af zijn, energie leveren en dus energiepositief zijn.”
Sinds wanneer houdt u zich bezig met verduurzaming?
“Ik heb onder andere internationaal recht gestudeerd en daar kwam het klimaat ook naar voren. Tijdens die studie werd ik wakker geschud en sindsdien laat het klimaat me niet meer los. Ik kom erachter: hoe meer ik weet, hoe ongeruster ik word. Ik ben nu dus ook ongeruster dan toen, omdat we minder tijd hebben om het klimaatprobleem te tackelen. Ik besloot destijds mijn energie te zetten op oplossingen, in welke vorm dan ook. Mijn allereerste baan was bij de Nederlandse Organisatie voor Energie en Milieu. Daar hielp ik bij het realiseren van duurzame energieprojecten in Oost-Europa. Denk aan stadsverwarming of het opwekken van ‘groen’ gas. Het was heel breed. In die tijd woonde ik ook mijn eerste klimaatconferentie van de VN, COP1, bij. Daar kwam ik terug van met het idee dat er veel moet gebeuren en dat ik daar een bijdrage aan kon leveren. Sinds de industriële revolutie is het al gemiddeld 1,2 graden warmer nu. Dat draaien we niet terug. Maar ik denk dat we in tien jaar een heel eind kunnen komen om klimaatneutraal te worden en versnelde klimaatverandering tegen te gaan. Dan kunnen we de ergste effecten voorkomen die je nu al ziet opkomen door bosbranden, overstromingen en stormen. We kunnen een leefbare planeet behouden.”
Wat de belangrijkste uitdaging in uw vakgebied weten we dan nu ook…
“Ja, binnen tien jaar met Nederland naar nul uitstoot gaan. Dat is overigens geen technisch probleem. De technieken hebben we in huis. Nee, het is meer een kwestie van willen. Accepteren we dat we wat minder rendement boeken zodat we een leefbare planeet behouden? Dan is je return on investment een procentje minder. Dat moet je ervoor over hebben en dan moet je niet, zoals sommige investeerders doen, klakkeloos achter je aandeelhouders aanlopen. ESG is een mooie afkorting, maar zorg eerst maar eens dat je, ook in de vastgoedmarkt, op nul uitstoot komt en daar concrete projecten voor verzint en uitvoert. Engagement is ook zo’n jeukterm. Alleen in dialoog gaan helpt niet en vaak is het een uitsteltactiek. We moeten echte verantwoordelijkheid nemen. Nu. We moeten het maximale doen wat we kunnen doen voor een leefbare planeet. En daarbij iets minder winst accepteren.”
Wat is nodig om dat te realiseren?
“Het privérendement ondergeschikt maken aan het rendement voor de aarde. Zodat de generatie na ons nog een leefbare planeet heeft.”
Stel: u bent een dag dictator in Nederland en u hebt onbeperkte macht. Welk besluit neemt u dan?
“Een dag is vrees ik niet genoeg om al die wet- en regelgeving die gebaseerd is op een fossiele industrie om te draaien. Ik zou dan mijn best doen om zoveel mogelijk wet- en regelgeving om te katten en om versneld vergunningen te leveren aan duurzame projecten.”
Als we het niet doen, wordt het grote chaos. Dan liggen economieën op hun gat en kennen we alleen weersextremen.
Is de wereld in 2050 duurzamer dan vandaag?
“Ja, het moet. Als we het niet doen, wordt het grote chaos. Dan liggen economieën op hun gat en kennen we alleen weersextremen. Daar hebben we deze zomer al weer voorproefjes van gehad. In 2050 hebben we geen eigen auto’s meer. Dan hebben we goed openbaar vervoer dat elke drie minuten rijdt, met elektrische deelauto’s voor de laatste kilometers naar de uithoeken. Dan hebben we huizen die energie leveren. Verbouwen we bijna alleen nog plantaardige eiwitten. En is de industrie volledig omgegaan. Of dit wensdenken is? Ja, maar ook realisme. Kijk naar dertig jaar geleden en wat er sindsdien is veranderd. Toen hadden we nog geen mobiele telefoon en was de computer een groot bakbeest. Social media en WhatsApp bestonden nog niet. Je kunt dus in zo’n tijd een flinke sprong voorwaarts maken. Aan die gedachte houd ik me vast.”
Hoe duurzaam leeft u persoonlijk?
“Practise what you preach. Ik gebruik geen aardgas meer en rij in een elektrische auto. Ik heb heel veel zonnepanelen op het dak van onze woning en de schuur en zonnecollectoren voor warm water. De inrichting van onze woning is zoveel mogelijk tweedehands en datzelfde geldt voor mijn kleding. Ik koop niet vaak nieuwe kleding en ik eet geen vlees. Niemand is perfect, maar ik probeer zo duurzaam mogelijk te leven. Ik kook op inductie. En we hebben een warmtepomp geïnstalleerd.”
Wilt u nog wat anders kwijt?
“Als ik dan toch de kans krijg: de gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor dertig procent van de CO2-uitsoot. Het is dus een heel grote sector die de strijd met klimaatverandering moet aangaan en die sector kan een grote impact hebben. Ik heb het idee dat de bouw- en vastgoedmarkt zich daar te weinig bewust van is. Je ziet wel dat sommige bedrijven het voortouw nemen en dat noemen ze dan koplopers. Ik juich de initiatieven toe van die koplopers, maar we hebben niet alleen koplopers nodig. De hele sector moet veranderen. Bouw bijvoorbeeld huizen zodanig dat de zonnepanelen maximaal profiteren van de stand van de zon en leg het dak vol. Bouw zonder gasaansluiting. Tegen de overheid wil ik zeggen: help de bouw- en vastgoedmarkt met de veranderingen. Door de salderingsregeling niet op te heffen waardoor zonnepanelen lonen. De betaling van die regeling ligt nu bij energiemaatschappijen en die kunnen het niet meer opbrengen. Neem die saldering dan over als overheid. Je hoort het al: ik ben van de concrete stappen en niet van afkortingen en leuzen. Ik vind dat de bouw- en vastgoedmarkt ook concreter moeten worden. Daar kunnen wij als Urgenda ze mee helpen.”