Ecodistrict verbindt stad en landschap
Inspiratie: moderne stadsontwikkeling in havenstad Nantes
In het ecodistrict Bottière-Chênaie in Nantes in Frankrijk zijn strak ontworpen (woon)gebouwen ingepast in een nieuw ecologisch landschap.
Na sluiting van de scheepswerf Dubigeon in 1987 vond Nantes zichzelf opnieuw uit. Maar anders dan Bilbao in Spanje, dat inzette op grote gebaren zoals het Guggenheim, koos Nantes voor duurzame ontwikkeling. De stad investeerde in groen in plaats van in gebouwen, in cultuur in plaats van architectuur, in mensen in plaats van marketing. In 2013 ontving Nantes de Europese Green Capital Award, gevolgd door de Civitas Awards voor duurzame stedelijke mobiliteit (2019) en de Green Cities Award in 2021. En Nantes groeit. Het is een van de jongste Franse steden: twee op de drie inwoners is onder de 40 jaar.
Raamwerk
Het in 2019 opgeleverde Bottière-Chênaie is een mooi voorbeeld van ‘groen’ denken. Het ecodistrict in het noordoosten van de stad toont alle kenmerken van het landbouwgebied dat het voorheen was.
Het nieuwe stedelijke frame, het park en de openbare ruimten sluiten aan bij het raamwerk van de oude agrarische percelen. In het district zijn veel zichtlijnen aangebracht, waardoor de openbare ruimte en verschillende soorten woningen sterk met elkaar verbonden voelen. De woningen worden verbonden met patio's, bewoonbare terrassen, gemeenschappelijke ruimte voor voetgangers en tuinen.
De straten bestaan uit een betonnen pad voor voetgangers, fietsers en auto’s en een opvanggoot voor regenwater. Onder de ramen van de nieuwe woningen is de openbare ruimte voor meer dan 50 procent ingenomen door vegetatie die hittestress tegengaat. In totaal zijn in een gebied van dertig hectare 3.000 woningen gerealiseerd. Onder de meeste woonblokken wordt parkeergelegenheid tegen een maandelijkse vergoeding ondergronds aangeboden, waardoor de auto op straatniveau aanzienlijk minder openbare ruimte inneemt.
Waterputten
Op veel plekken zijn ook sporen aanwezig van de manier waarop inwoners het gebied in het verleden gebruikten. Denk aan overgebleven reservoirs waarin boeren water opsloegen om de akkers te besproeien. Deze zijn weer verbonden met waterputten. Windturbines zoals ze vroeger ook werden gebruikt, dragen daarnaast zorg voor de watervoorziening voor de toekomstige volkstuinen en het park. Hiervoor wordt regenwater in het ecodistrict op natuurlijke wijze afgevangen door veelvoorkomende wadi’s in verschillende groottes.
Natuurlijke systemen, zoals de Gohard-stroom, zijn hersteld en teruggebracht. Volgens architect en stedenbouwkundige Jean-Pierre Pranlas-Descours zijn het landschap en de openbare ruimte in het ecodistrict niet gescheiden, maar een geheel.