Kristel van Dam:
“Wij willen van de Social Impact Monitor dé toonaangevende benchmark maken”
Een jaar geleden presenteerden Achmea Real Estate en Springco Urban Analytics de Social Impact Monitor. Hoe is de monitor ontvangen en wat zijn de plannen voor de toekomst? Wij vroegen het aan Kristel van Dam, manager Strategie & Innovatie bij Achmea Real Estate. “We willen van de monitor dé toonaangevende benchmark maken.”
Social Impact Monitor
De Social Impact Monitor kan voor het eerst het maatschappelijk rendement van investeringen in vastgoed goed kwantificeren. Het kan zo invulling geven aan de S van Social in ESG. “Het is heel goed opgepakt door de media. Er is veel aandacht aan besteed. Daarnaast heb ik veel reacties gehad van concullega’s”, zegt Van Dam. “Een internationale benchmark die de sociale waarde berekent was er nog niet. Onze monitor is een belangrijke eerste stap om deze zachte factoren hard te maken.”
Uniek hulpmiddel
Achmea Real Estate wil een aantrekkelijke leefomgeving bieden waarin voor iedereen plek is om te leven. “En daarmee een blijvende sociale impact creëren”, zegt Van Dam. Zij ziet de monitor dan ook als een ‘uniek hulpmiddel’. “We krijgen hiermee veel beter inzicht in de sociale kant van de beleggingen die we voor onze klanten doen. Hiermee kunnen we, samen met onze partners, gerichter sturen op het vergroten van de sociale impact. En daarmee op de leefbaarheid en toekomstbestendigheid van wijken en steden.”
Ambitie
De monitor bestaat nu dus een jaar en is goed ontvangen, maar Van Dam erkent dat er ruimte voor verdere verbetering is. “De GRESB was ruim tien jaar geleden een benchmark in ontwikkeling en deze staat nu als een huis. Het is onze ambitie om de monitor dé benchmark te laten worden voor het meten van de sociale waarde. In eerste instantie hebben wij voor 525 woonobjecten een nulmeting uitgevoerd. Wij zouden graag zien dat andere vastgoedpartijen zich bij ons aansluiten, zodat de benchmark uit meer objecten bestaat dan alleen die van onszelf. Dan kan je de resultaten ten opzichte van elkaar zien en vergelijken.”
Van vijf dimensies naar vier
Van Dam heeft afgelopen maanden de tijd genomen om kritisch naar de opzet van de monitor te kijken. “De monitor was aanvankelijk opgebouwd uit vijf dimensies en vijftien indicatoren. Wij hebben de tool verder verfijnd en doorontwikkeld. Tegelijkertijd hebben we een toets op de praktische toepasbaarheid van de monitor gedaan. Daarbij zijn voor ons belangrijke thema’s als betaalbaarheid en veiligheid toegevoegd. Ook is er meer aandacht besteed aan geluk en gezondheid. Zo proberen we een dwarsverbinding te creëren met het Programma van Eisen voor Geluk & Gezondheid. De monitor bestaat nu uit vier dimensies en achttien indicatoren. Momenteel wordt op basis van deze opzet een 1-meting uitgevoerd. We verwachten binnenkort de eerste resultaten.”
Hoe meet je?
De manager Strategie & Innovatie erkent dat er in de vastgoedmarkt steeds meer aandacht komt voor ESG. “Die aandacht zit vooral in de E van Environmental. Ik merk dat iedereen nog op zoek is naar een helder omschrijving van de S: wat is het precies en hoe meet je dat? De S is eigenlijk een zachte factor, die we proberen hard te maken. Hoe druk je kwaliteit van leven en een fijne leefomgeving, kortom de sociale impact, uit in een cijfer? Een eenduidige wijze waarop iedereen hierover rapporteert ontbreekt nog. De vergelijking trekkend met GRESB, daar zijn de criteria inmiddels helemaal helder. Maar dat heeft ook een aantal jaar geduurd."
Van Dam vindt het prettig dat ze met de Social Impact Monitor voor de troepen uitloopt. “Wij hebben de vrijheid om na te denken wat voor ons en onze klanten relevant is. In plaats van dat het ons straks wordt opgelegd door wetgeving, kunnen wij hierin de pionier zijn. Uiteindelijk willen we weten wat de impact van de sociale waarde is op het financieel rendement. Zorgen vastgoedobjecten met een hoge sociale waarde op lange termijn ook voor een beter financieel rendement? Dat inzicht is er nu nog onvoldoende."
One Space in Delft
Het One Space in Delft is het eerste project dat is gerealiseerd langs de lijn van het Programma van Eisen voor van Geluk & Gezondheid. Een duurzaam object dat wonen combineert met gemeenschappelijke ruimtes om te werken, sporten, ontmoeten en ontspannen.
PVE Geluk & Gezondheid
Achmea Real Estate geeft naast de Social Impact Monitor op meerdere manieren invulling van de S in ESG. Zo ook met het Programma van Eisen voor Geluk & Gezondheid dat samen met Juli Ontwerp en Blauwhoed is ontwikkeld. Het is een programma dat als doel heeft nieuwe en bestaande objecten voor bewoners gelukkiger en gezonder te maken. Van Dam: “Wij hadden al een technisch PVE, wat in gaat op de technische aspecten van een object. Zoals het materiaal van de kozijnen en de hoogte van de deuren. Met het PVE Geluk & Gezondheid doen we nog een stap extra, door de bewoners in een object centraal te stellen en nog meer rekening te houden met hun wensen en behoeften. Met als doel dat zij gezonder en gelukkiger kunnen wonen en leven."
pijlers
Het PVE draait om drie pijlers. De eerste is verbinding creëren. “Hoe zorg je ervoor dat bewoners met elkaar in contact komen? Niet alleen digitaal via een app, maar ook door letterlijk in een gebouw centrale plekken te maken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Binnen en buiten. De tweede pijler is invloed geven aan de bewoners. Daarbij moet je denken aan een nieuwe ontwikkeling of een bestaande ontwikkeling die je nog beter op de doelgroep afstemt. Voor een koopwoning is dat makkelijker te realiseren. Want dan geef je de nieuwe bewoner letterlijk invloed in welke keuken en badkamer er komt. Voor een beleggingsobject is dat wat ingewikkelder te realiseren. Dan is het zaak je in te leven in de beoogde doelgroep en kijk je verder dan alleen naar leeftijd of gezinssamenstelling. Levensstijl is dan bepalend. Op basis daarvan probeer je een gebouw af te stemmen op de wensen en behoeften van de bewoner.”
De laatste pijler van het PVE is het stimuleren van de gezondheid. “Dat gaat enerzijds over het gebruik van gezonde materialen, zorgen voor voldoende lichtinval en goed afgestelde lampen. Anderzijds gaat het over het stimuleren van een gezonde levensstijl. Dat kan bijvoorbeeld met een gym in een gebouw of een prominentere positionering van de trap ten opzichte van de lift. Daarmee wil je het trapgebruik stimuleren."