Hoogleraar Alex de Rijke:
“In een houten omgeving gedragen mensen zich anders”
De wil om over te stappen naar CO₂-arme gebouwen is er. Maar de praktijk is weerbarstig. “De betoncultuur zit diep ingebakken”, constateert Alex de Rijke, Nederlands eerste hoogleraar Houtbouw. “De eerste reflex is om dat model te willen kopiëren, maar dan met hout. Dat is per definitie niet de juiste manier om hout te gebruiken. We moeten systeemcomponenten en structuren opnieuw uitvinden. Daar ligt een grote uitdaging.”
Een geweldige ontwikkeling, noemt De Rijke het. De Brit, zoon van twee Nederlandse ouders, richtte in 1995 zijn eigen architectenbureau dRMM Studio op. Sinds november 2023 is De Rijke professor Timber Architecture aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. “Mede dankzij de steun van Achmea Real Estate kan een team van wetenschappers de kennis en expertise vergroten over het ontwerpen van gebouwen met hout en andere biobased materialen”, zegt hij. “Het Biobased Design Team gaat onderzoek doen naar deze materialen en voorlichting geven over de mogelijke toepassingen. Ons doel is om de overgang naar biobased bouwen te stimuleren.”
Ongekende mogelijkheden
Er zijn volgens De Rijke zoveel redenen om te bouwen met hout. “Vanuit duurzaamheidsperspectief is het een no-brainer. Dat kan niemand ontkennen. Het vermogen van hout om CO₂ op te vangen is ongeëvenaard. Er komen materialen aan, die daaraan kunnen tippen en dat juich ik toe. Hennep als plant kan zelfs meer CO₂ opnemen dan bomen. Maar hennepbeton als alternatief voor beton is nog steeds afhankelijk van een frame van hout. Geconstrueerd hout is ongelooflijk sterk. Het biedt ongekende mogelijkheden, het geeft warmte, schaal en variatie, om nog maar te zwijgen over de geur. Ook die is top.”
De Rijke vervolgt: “Mensen houden van hout en hebben er instinctief een fysieke en psychologische band mee. Ik vraag vaak: ‘als je komt te overlijden, waar wil je dan dat je kist van gemaakt is? Van hout? Van beton? Of van staal, aluminium of kunststof?’ Het antwoord ligt voor de hand.”
Gezondheidsvoordelen
Houtbouw biedt ook gezondheidsvoordelen. De Rijke haalt een onderzoek uit Oostenrijk aan. Daar kreeg een schoolklas een maand lang les in een klaslokaal gemaakt van beton, gips en verf en daarna in een houten klaslokaal. “Het verschil in hartslag van de kinderen was verbluffend. In het houten klaslokaal was de hartslag veel lager. Het heeft niet alleen invloed op de gezondheid van kinderen. Mensen in een houten omgeving gedragen zich anders. Daar ben ik enorm in geïnteresseerd. Ik kijk niet alleen naar gezondheidsvoordelen, maar ook naar het psychologisch welzijn. Een lagere hartslag betekent niet alleen dat je rustiger bent en misschien langer leeft. Je kunt je er ook beter door concentreren.”
Innovatieslag
De Rijke ziet dat in veel landen architecten, ingenieurs en bouwbedrijven de overstap willen maken naar het realiseren van CO₂-arme projecten, maar daarbij tegen verschillende problemen aanlopen. “De betoncultuur zit diep ingebakken. De eerste reflex is om dat model te willen kopiëren, maar dan met hout. Maar dat is per definitie niet de juiste manier om hout te gebruiken. Dus moeten we systeemcomponenten en structuren opnieuw uitvinden. We kunnen niet automatisch vertrouwen op wat we al hebben gedaan in de beton- en staalbouw en simpelweg materialen vervangen. We moeten de eigenschappen en het potentieel van biobased materialen benutten. Daar ligt een grote uitdaging en daarom werk ik in Delft om deze mogelijkheden samen met studenten en medewerkers te onderzoeken."
"Ik hoop zo snel mogelijk wat resultaten te kunnen presenteren. De afdeling gaat hier op de campus een laboratorium/werkplaats bouwen van biobased materialen. Hiermee willen we het gebruik van hout op verschillende manieren testen. Misschien van een snelgroeiende soort. Ik hoop dat we met Nederlandse houtsoorten een heel mooi en bijzonder gebouw kunnen neerzetten. Waarbij de architectuur niet bepaald wordt door het zoeken naar een nieuwe vorm, maar geleid wordt door de constructie zelf. Met andere woorden, ik zoek niet naar vormen om de vorm, maar ik onderzoek wat het materiaal wil doen en hoe het op de meest efficiënte manier kan worden gebruikt."
Oneerlijke vergelijking
De keuze om met hout, beton of staal te bouwen zou niet primair gebaseerd moeten zijn op de kosten van het materiaal, stelt De Rijke. "De prijs van beton of staal is op dit moment lager dan die van hout, maar dat is geen eerlijke vergelijking. Daarbij kijk je niet naar CO₂-uitstoot, levensduur, herbruikbaarheid en zelfs het bouwproces. Op dit moment, als je een kantoorgebouw wilt bouwen, zijn de kosten van hout per vierkante meter hoger dan de kosten van beton per vierkante meter. Dit komt deels doordat de aanzienlijke milieukosten van de productie van beton en staal worden doorberekend aan de maatschappij. Ik noem het 'global warming doorgeven'.”
Het vereist een holistische benadering. "De prijs is niet langer de belangrijkste reden om voor hout of een ander materiaal te kiezen. We hebben een verantwoordelijkheid ten opzichte van het klimaat die steeds belangrijker wordt. Zelfs de CO₂-uitstoot van gefabriceerd hout is tonnen lager dan die van beton. En er zijn geen giftige bijwerkingen of grote gaten in de grond door de winning van het materiaal. Je kunt het argument aanvoeren dat de lijmen die worden gebruikt om hout te lamineren nog niet perfect zijn. Dat is zeker waar. Maar er zijn manieren om gelamineerde houtproducten te maken zonder lijm. Ook dat is een onderzoeksgebied dat hier aan de TU Delft wordt verkend."
Gezond proces
Voor De Rijke is het bouwproces een ander argument om hout te verkiezen boven beton- of staalbouw. "Houtbouw kan heel snel en rustig verlopen, met minimale verstoring. Het is vooral het in elkaar schroeven van de verschillende verbindingen. Bovendien is het een veilig en gezond proces. Mensen werken graag aan houten gebouwen. Stel je voor dat je in een houten plafond moet boren in vergelijking met een plafond van gewapend beton. Het verschil in inspanning en lawaai is enorm, net als het stof dat vrijkomt, dat je in je gezicht krijgt en vervolgens inademt. Het zijn dit soort eenvoudige voorbeelden die een enorm verschil maken. Als je eenmaal met hout hebt gewerkt, wil je niet meer terug. Ik in ieder geval niet."
Houtskelet als fundament?
Is het realistisch om te denken dat over een paar decennia alle huizen in Nederland gemaakt zijn met een houtskelet als basis? De Rijke: "Absoluut. Er is geen reden waarom dat niet zou kunnen. Als we de bosbouw maar goed organiseren. Aanplant en aanvoerketens. Als je nu naar Schotland kijkt: 85 procent van de nieuwe huizen daar heeft een houtskelet. Het zijn niet helemaal houten huizen, want veel zijn bekleed met baksteen. Maar de structuur, het belangrijkste aspect, is hout."
Onterechte stempel
Tot slot wil De Rijke een onderscheid maken. "Je ziet vaak dat gebouwen houten gebouwen worden genoemd omdat je hout aan de buitenkant ziet. Die gebouwen kunnen echter een staalskelet hebben of opgebouwd zijn uit betonskelet en blokken, maar bedekt zijn met een houten vermomming. Het stempel 'houten gebouw' is dan niet gerechtvaardigd. Dit geldt voor hoog aangeschreven openbare gebouwen, zoals bibliotheken of vliegvelden. Het zichtbare hout kan zeer overtuigend decoreren, maar het is eigenlijk een gebouw met een stalen frame en betonblokken dat een houten jasje draagt. Je zou kunnen zeggen dat ze praktischer en duurzamer zijn dan volledig stalen en betonnen gebouwen. Maar als ik het over een houten gebouw heb, bedoel ik dat het hele gebouw waar mogelijk van hout is gemaakt. Structuur, muren, vloeren, dak en gevelbekleding. De structuur van een gebouw is waar de meeste CO₂ wordt verbruikt of opgeslagen. Vooral in de vloeren. Dus zelfs als we het probleem van betonnen vloeren oplossen, is een groot deel van de wereldwijde strijd tegen CO₂-uitstoot in de bouw al opgelost. Zo simpel is het echt."