Eric Uijen, voorzitter uitvoerend bestuur PME:
“Om transitie te versnellen moeten we CO₂ beprijzen”
Eric Uijen (65) is voorzitter uitvoerend bestuur van pensioenfonds PME (metaal en techindustrie). Er zijn in zijn veertigjarige carrière nog nooit zoveel ontwikkelingen bij elkaar gekomen als nu. “Om de transitie te versnellen moeten we CO₂ beprijzen.”
Waar kunnen we u van kennen?
“Wellicht van krant, radio en televisie. Niet omdat ik per se zo in de schijnwerpers wil staan, maar er zijn zoveel ontwikkelingen dat ik het als mijn verantwoordelijkheid zie om uitleg te geven. De pensioenen staan zwaar in de belangstelling. Er zijn miljarden mee gemoeid en daarom vinden veel partijen er wat van. Dat is wezenlijk anders dan pakweg veertig jaar geleden. Kijk, het belangrijkste is nog altijd dat onze deelnemers op niveau kunnen doorleven als ze met pensioen gaan of als hun partner komt te overlijden. Daar begint onze missie. Maar als er veel geld mee gemoeid is, zoals bij ons, dan treden er allerlei mechanismes in werking. Dan is de politiek benieuwd hoe we dat pensioen verzorgen. Of vragen ze zich af of we kunnen bijdragen aan maatschappelijke ontwikkelingen. Dan heeft ook de pers volop aandacht voor ons. Let wel, ik vind ook dat dat mag. Het gaat ook om grote belangen. Maar dit alles verklaart waarom ik af en toe met mijn kale hoofd op de buis kom. Daar aangekomen probeer ik zo goed mogelijk uit te leggen welke veranderingen eraan zitten te komen. Ik zit nu negen jaar op deze positie. Dan ben je ook het boegbeeld dat het woord voert.”
Over 2023 positief rendement van 8,7 procent
PME beheert de pensioenen van ruim 600.000 (oud-)werknemers in de metaal- en techindustrie. Het pensioenfonds bracht in mei haar jaarverslag uit over 2023. Daaruit blijkt dat het pensioenfonds een positief rendement boekte van 8,7 procent. Dit resulteerde in een groei van het vermogen met 4,89 miljard euro naar ruim 54 miljard euro. Aan het einde van het jaar leverde dat een actuele dekkingsgraad op van 109,4 procent en de beleidsdekkingsgraad was 113,3 procent. Uijen: “In 2023 hebben we voor de derde keer in anderhalf jaar de pensioenen kunnen verhogen. Deze keer met 3,26 procent. Dat stemt positief.”
Waar zit de verandering bij duurzaamheid in?
“We beleggen in uiteenlopende categorieën, waaronder aandelen, obligaties, vastgoed en private equity. Die leggen we altijd langs de meetlat van rendement, risico, kosten en duurzaamheid. Daarbij zijn we overtuigd dat, wanneer we rekening houden met duurzaamheid, dat het niet ten koste gaat van ons financiële rendement. We moeten het pensioen van vandaag, van morgen en van overmorgen goed hebben geregeld. Daar zit een opdracht in. Wat hebben we aan een pensioen dat er financieel goed uitziet in een wereld die niet leefbaar is? Natuurlijk, we moeten rendement maken anders zijn de pensioenen niet te betalen. Maar laten we daarbij ook zorgen dat we de klimaattransitie mede mogelijk maken. Ook omdat duurzame beleggingen voor de toekomst nu eenmaal minder risico’s met zich meebrengen. Bij duurzaam heb ik het over de E, de S en de G. Toen ik als bestuurder betrokken was bij de oprichting van Eumedion (belangenbehartiger van institutionele beleggers, red.), begon het ooit bij de G, waarna E en S erbij kwamen. Naast financieel zaken mogelijk maken, willen we ook op die terreinen een belangrijke rol spelen.”
Sinds wanneer houdt u zich bezig met verduurzaming?
“Sowieso dus sinds mijn tijd bij Eumedion. Ik heb met anderen nog aan de wieg gestaan van die belangenbehartiger. Het denken is de laatste negen jaar, sinds ik bij PME aan de slag ben gegaan, geïntensiveerd. Soms besef ik me wel eens dat het gek is dat ik niet eerder de opkomst van ESG in de gaten heb gehad. Dan had ik me er eerder voor in kunnen zetten. Dat is terugkijkend, achteraf. Daar heb je weinig aan. Reden temeer om vaart te zetten achter ESG. Dat vat ik maar even samen als een leefbare wereld voor mens en milieu. We kennen de feiten over die leefbare wereld, maar ik heb het idee dat we in Nederland nog te veel een andere kant opkijken. We denken dat de gevolgen wel zullen meevallen. Ik denk dat niet. We moeten radicale gevolgen zien te vermijden en dat kan. Te beginnen bij het reduceren van het gebruik van fossiele brandstoffen naar nul. En het gebruiken van technieken en innovaties. Bijvoorbeeld om naar verbouwen en bouwen met biobased materialen te komen. Of bijvoorbeeld door CO₂ uit te lucht te halen.”
Wat is de belangrijkste uitdaging in uw vakgebied?
“Heb je even? Inflatie, beursontwikkelingen, cybersecurity… Laat ik de Wet toekomst pensioenen eruit halen. De Wtp is op 1 juli 2023 ingegaan. We werken al jaren aan de voorbereidingen op het nieuwe stelsel waarbij deelnemers in feite persoonlijke pensioenpotjes krijgen. We willen op 1 januari 2026 over naar dat nieuwe stelsel en dat noem je invaren. Die overgang doen we samen met onze uitvoerder TKP en vermogensbeheerder MN. Een goede invoering van de nieuwe pensioenregeling heeft onze hoogste prioriteit. Naast de uitvoeringskant werken we ook hard aan het informeren van onze deelnemers en gepensioneerden. Als je gepensioneerd bent, wil je weten of je pensioen omhoog of omlaaggaat of gelijk blijft. Als je deelnemer bent, krijg je inzicht in je eigen pensioenpot. Ook dat gaat vragen opleveren. Het moment waarop we invaren maken we balans op van de dekkingsgraad en dat zal invloed hebben op hoe de potjes eruit komen te zien. In die zin is dat moment spannend. Zeker omdat financiële markten onrustig kunnen zijn, ook met de onrust in de wereld. Echter, we staan er met onze dekkingsgraad goed voor. We kunnen een stootje hebben.”
Wat is de belangrijkste uitdaging in duurzaamheid?
“Sinds 2015 zijn we stap voor stap aan het werk om duurzaamheid als criterium in onze beleggingsstrategie te brengen. Door eerst kolen en teerzandolie uit te sluiten, maar later ook gas en olie. In ons net gepresenteerde jaarverslag rapporteren we dat de CO₂-voetafdruk van onze aandelen- en bedrijfsobligatieportefeuilles eind 2023 met 65,8 procent en 41,5 procent zijn gedaald ten opzichte van 2019. Kortom, het gaat hard met het terugdringen van onze impact, maar we moeten naar nul. Daarbij hebben we ook partijen zoals Achmea Real Estate nodig hebben om te experimenteren met biobased materialen. We kwamen als een van de eerste partijen met een vraag over houtbouw bij ARE en de toenmalige directeur reageerde daar mooi op. ‘Gek dat jij het aan ons moet vragen, wij zouden die vraag aan jou moeten stellen.’ Echter, ik vind het het belangrijkste dat er ontwikkelingen zijn en dat we die aanjagen. Dat gebeurt en we werken daarbij samen met ARE. Zij en andere partijen experimenteren met biobased materialen. Daar mag het van mij wel een stap sneller gaan. Daarnaast investeren we ook in productiebossen die het hout leveren voor houtbouw. Hout slaat veel CO₂ op en daar zien we dan ook goede mogelijkheden. Als laatste zou de overheid over moeten gaan op CO₂-beprijzing. Daardoor komen staal en beton als vanzelf al minder terug in de bouw en dat geeft een boost aan hout. CO₂-beprijzing helpt om de businesscase voor biobased materialen rond te krijgen. We moeten in Nederland 900.000 woningen bouwen. Laten we dat zoveel mogelijk biobased doen.”
Stel, u bent een dag dictator in Nederland en u hebt onbeperkte macht. Welk besluit neemt u dan?
“Nou, eerlijk gezegd vind ik de manier van handelen van dictators nogal overheersend. Zo ben ik niet. Maar als ik dan toch iets moet kiezen, dan kies ik voor CO₂-beprijzing. Die zou ik meteen morgen invoeren.”
Is de wereld in 2050 duurzamer dan vandaag?
“Ja. Ik geloof in innovatie en technologie. En let wel, de aarde draait wel door. Het is dus meer de vraag of dat met of zonder ons gebeurt. Als de planeet echt onbewoonbaar wordt, is dat dus zonder ons. Dan kunnen we als mensheid niet door terwijl de evolutie wel verder gaat. Ik voel de verantwoordelijkheid om goede dingen onder de aandacht te brengen en een bijdrage te leveren aan de verandering die nodig is om de mens op deze planeet bestaansrecht te geven. Daarbij kunnen bedrijven uit onze sector metaal en techniek helpen. Denk aan circulaire matrassen, elektrische hijskranen en vrachtauto’s, transformatoren en chipmachines. Hun producten vormen samen een blik op de toekomst, waar verduurzaming, hightech en innovatie samenkomen. Daarom beleggen we ook graag in en voor onze sector. Kortom, onze sector is een deel van de oplossing.”
Hoe duurzaam leeft u persoonlijk?
“Ik ben al toe aan mijn derde elektrische auto. De eerste was nog niet zo geavanceerd, maar nummer twee en drie al wel. Ik moet zeggen dat we met ons onlangs gekochte, oude huis in Deventer nog stappen kunnen zetten. Dat huis is honderd jaar oud. We laten isolatiemateriaal aanbrengen in de spouw, zetten er HR++-ramen in en we verwarmen alleen de kamers waar we zijn. Zonne-energie staat daarna op de planning. Ik ben nu 65 en heb sinds kort een kleinzoon. Ik merk dat ik nu veel meer bezig ben met de vraag in welke wereld mijn kleinzoon komt te leven. Als je de cijfers van de klimaatproblemen op een rij zet, kun je daar best somber van worden. Echter, ik geloof dat de mensheid kan veranderen, met technologie en innovaties stappen kan zetten en ik geloof dat natuur kan herstellen. Maar dat alles gaat niet vanzelf. Daar moeten we vol voor aan de bak.”